dinsdag 24 april 2012

16. Funny story

Shantou Airport is niet heel erg groot. Wel heel erg nieuw en inmiddels heel ver weg van wat dan ook (ons hotel sprak van 20 minuten, maar die informatie was duidelijk oud). We kwamen laat in de avond aan en het vliegveld was, op de mensen die bij ons in het vliegtuig zaten na, leeg. Buiten was het aardedonker en stonden er diverse smoezelige en vooral ook schimmige mensen rondom de deur geclusterd. Of we een taxi wilden. Nou, dat wilden we wel. '300 Yuan (30 euro)' zei iemand. Ik vroeg of hij 'Cheesy' was (Gek in het Cantonees) en zei dat ik 100 wel een redelijk compromis vond. Dat vond hij niet. Hij kwam terug met 290. Ik wimpelde hem weg en besloot de bus eens te checken. De dame bij de bus zei dat het 40 yuan was en dat we binnen in de hal een kaartje konden kopen. Dat gingen we doen. De taxichauffeur zag het mis gaan en kwam met een nieuw bod: 280! Bu Kwai (niet duur!). Ik vond van wel en terwijl ik naar binnen liep zei ik: '150 yuan! Ja of Nee?' Ik liep resoluut verder naar de busticket counter (terwijl ik eigenlijk geen zin had om met de bus te moeten gaan) en de taxichauffeur zei: 'Oke, 150 yuan.' Mooi! We maakten rechtsomkeert en liepen met hem mee richting een groepje rokende mannen. Er kwam een hele lange man vanuit dat groepje naar voren. De vent was enorm groot. Ik denk zo 1m90. Onze man riep wat, zei onze hotelnaam en ik dacht ook te kunnen opmaken dat er iets van 200 yuan viel. Ik zei: '150!' De mannen knikten. 150. We moesten de lange Chinees volgen.
We liepen een behoorlijk end over een verlaten parkeerterrein. In de verte stond een groepje gammele taxi's bumper aan bumper. Voor het instappen vroeg de chauffeur nog eens: '200, okela ? Ik zei: 150! We stapten in een taxi die midden tussen alle andere taxi's in stond. Er werd druk gemanoeuvreerd en na 5 minuten reden we heel hard achteruit het parkeerterrein af. Dat ging een tijdje zo door, we reden een stuk tegen de richting en toen waren we eindelijk het terrein af. Een grote driebaansweg met allemaal rode lantaarns strekte zich uit zover we konden zien. Er was helemaal niemand. We reden (inmiddels vooruit) knoertehard de duisternis in. Terwijl ik, ingeklemd achter de grote chauffeur, naar buiten keek naar de voorbij flitsende lantaarns riep deze nog eens 200? 150! was mijn antwoord.
Na een lange tijd niks, hielden de rode lantaarns op en werd de weg nog meer niks. Het wegdek werd slechter en de kapotte schokbrekers knalden er lustig op los. In het schamele licht van de ene koplamp van onze taxi ontwaarden we af en toe onverlichte auto's, schuifelende mensen en knetterende scootertjes. Langs de weg waren allemaal donkere gebouwen. Af en toe was er een werkplaats open en zaten mensen er iets onduidelijks te doen of te maken. De uitlaatgassen hingen in dikke wolken op de weg en onze chauffeur scheurde onverminderd voort richting de stad. Het was inderdaad een klere-end weg. Af en toe riep de chauffeur naar achteren. 200? en zei ik 150! Mijn baas vroeg dan weer: probeerde hij het weer?
Eindelijk waren we in de stad en het was nog steeds niet groots, maar na een tijd doemde er een groot mooi hotel op. Het zag er goed uit. Mijn baas wees er naar en zei: "zeg maar dat we hierheen willen".
Ik zag de naam van het hotel en zei: "daar gaan we ook heen. We zijn er. Hoera!"
Bij uitstappen gaf ik de chauffeur 150 yuan. Die werd boos en gilde iets over 200 yuan. Ik maakte een obsceen gebaar en liep weg.

Enige tijd later, het was inmiddels tegen elven, zaten we in het lobby-cafeetje en aten een hamburger die voor Chinese begrippen redelijk middelmatig goed was. Om ons heen zagen we wat mensen die duidelijk van een bruiloft kwamen. Ze hadden allemaal tasjes bij zich en sommigen waren grijs-roze in het gezicht: het teken dat ze teveel gedronken hadden. Een jongen werd bewusteloos tussen twee anderen naar een bank in de lobby gesleept en daar gedropt. Hij werd wakker, hoestte wat braaksel op, slikte dat weer in en raakte weer bewusteloos. Iemand goot wat water over zijn hoofd.
"He," vroeg mijn baas mij plotseling "zit er iemand achter mij?
"Nee."
"Die vent daar zit de hele tijd naar mij te zwaaien, maar ik ken hem niet"
Ïk draaide mij om. Een twintig meter verderop stond een duidelijk aangeschoten Chinese jongen in een leren jasje. Hij wankelde behoorlijk en hij stond te glimlachen en te zwaaien naar mijn baas.
"Als ik niet beter zou weten, zou ik zegegn dat hij zit te lonken naar je."
"Nou, daar heb ik helemaal geen zin in!"
Na een tijdje kwam de jongen naderbij. Hij stamelde wat en van dichtbij was zijn huidskleur nog roziger van de drank. Hij danste terwijl er geen muziek was.
"Sorry, sorry, sorry, sorry. ehm. Sorry. Ehm.. Me... No English. Sorry, sorry, sorry."
"Well, me no Chinese!""
De jongen ging zitten en ik vroeg ondertussen de rekening.
"Jij gaat?"
"Nee, ik betaal even, maar ik wil zien waar dit heen gaat!"
De jongen rotzooide met zijn telefoon en bleef Sorry (klonk eigenlijk meer als 'Soddy') stamelen.
Na een hele lange tijd liet hij zijn telefoon aan mijn baas zien.
Die zei: "Chinese! Can't read!"
"Sorry, sorry, sorry. Sorry, sorry. English. Me not. Sorry."
De jongen rommelde nog wat met zijn telefoon, keek mijn baas aan, keek nog eens naar zijn telefoon, keek weer op en zei: "I... Am ehm... Funny with you! Yes."
Hij keek er wat verlegen bij en terwijl ik van mijn stoel rolde van het lachen, besloot mijn baas dat het tijd was om te gaan. De jongen stond ook op en liep maar weg. We stapten de lift in en ik raadde mijn baas aan de knip goed op de deur te doen.
"Very Funny!" zei hij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten