We staan
inmiddels al twee uur stil aan de gate in Shanghai Pudong. De wind beukt tegen
het vliegtuig en de regen slaat tegen de
ramen. We gaan niet vliegen. Wanneer wel , weet niemand. Links en rechts van
het vliegtuig staan andere toestellen, mensen met neuzen tegen de raampjes. Iedereen
wacht totdat de storm voorbij is. Airport is closed. Plastic wappert in de
wind, er waait een stuk karton voorbij en er staat een man water weg te
bezemen. Dat is China. Als hij om 19:30 normaliter dat stuk bezemt, doet hij
dat ook als er een zware storm met slagregens op hem neerdaalt. Een nieuw stuk
plastic waait tegen hem aan en hij raakt verstrikt. Inmiddels blind, bezemt hij
stug door.
De man naast
me zit in zijn rijst met prut te poeren, want we hebben eten gekregen. Vies natuurlijk, maar zelfs ik neem nu wat. Een
paar Italianen is geirriteerd en wil weg omdat we volgens hun niet meer gaan
vliegen. Een andere groep met Canadees-Chinese zakenmannen die verspreid over
acht rijen zitten, roepen naar elkaar. “We gaan niet vliegen hoor!” “We moeten
nu boeken voor morgenochtend, anders zitten we vast!” “Waar is Dave?” “Heeft
jouw secretaresse jouw vlucht al omgeboekt?” “Nee, ik krijg geen verbinding.” “Het wordt morgen een drama, want alles is
natuurlijk ontregeld.” “Morgen is misschien ook alles gecanceld!” “Waar is
Dave? Zit hij bij jou?” “Richard is niet eens ingestapt!” “Ik heb een vlucht
voor morgenochtend!” “Ik niet! Kan jouw secretaresse niet voor mij een vlucht
boeken, de mijne reageert niet!” “Kan niet, ze heeft jouw details niet!” “Ben
ik de enige die morgen niet gaat?“ “Ik zie Dave! Dave, heb jij al een nieuwe
vlucht?” “En, wat zegt hij?” “Dave zit ook op de 8:40. Ik bel mijn
secretaresse.” “We moeten ook hotels hebben!” “Wie heeft er contact? Dave?”
Dit gaat
ongeveer 20 minuten zo door. Inmiddels
is het eten opgeruimd en zitten we al drie uur te zitten. De deur van het
vliegtuig is nu open en de Italianen en Canadezen stormen naar voren. Buiten
staat een Chinese militair. Onvermurwbaar. Ze mogen er niet uit. Geen visum. De
mannen tuimelen over elkaar heen terwijl ze roepen dat ze er toch uit willen. Omdat
we niet gevlogen wordt. Dave zegt het. Stewardessen fluisteren onderling en
lachen besmuikt. Achter mij laat iemand, in de haast weg te komen, zijn tas uit
het bagagerek vallen op iemand anders. Plots klinkt daar de captain: “We gaan! Over
20 minuten take off, deur dicht en zitten!” De Canadezen snellen terug naar hun
stoel, maar de Italianen proberen toch nog uit te stappen. De militair schuift
de deur dicht.
Na 3,5 uur in
het vliegtuig hebben gezeten gaan we eindelijk op weg naar Hong Kong. Een lange
dag vol reizen is zojuist nog langer geworden.
Die ochtend was
het redelijk goed begonnen. Het Marriott heeft een goed ontbijt (vers brood en
kaas, meer wens ik niet) en uitchecken ging redelijk snel. Het regende hard en
dat kan wel eens lastig zijn qua taxi’s. Maar ik had geluk en zat binnen 5
minuten in een hortende en stotende VW Jetta. De chauffeur reed als een gek
door enorme plassen en slingerde aan een stuk door naar het station van Ningbo.
Toen ik uitstapte, ontplofte de lucht en donderde een berg water naar beneden. Dat
was een netelige situatie, want ik was de enige zonder paraplu en natuurlijk
zal niemand in China elkaar helpen. De vijftig onoverdekte meters van de taxistand
naar het station waren een uitdaging. Een kortstondig hapering in de douche
deed mij besluiten naar de ingang te snellen. Ik werd gadegeslagen door
allerlei Chinezen met parapluutjes of met papiertjes boven hun hoofd. Een
rennende Westerling. Dat zag je toch niet iedere dag. De overtocht ging goed,
ik viel niet en werd ook niet al te nat. In de grimmige stationshal lekte het
plafond her en vooral ook der. Overal
mensen die slurries uit bakjes aan het eten waren en/of teennagels knipten,
hielden enorme bergen met bagage de lege stoelen bezet en gilden iedereen tegen
elkaar. Een groot bord met een brei aan Chinese tekens gaf aan wanneer welke
trein gaat. Het is niet ingewikkeld. Als jouw trein aanstaande is, gaat het hek
open en wordt je naar het juiste perron gedirigeerd. Gaat altijd prima.
Twee
Amerikanen stonden er onwennig en keken angstig om zich heen. Ze zagen
waarschijnlijk overal terroristen. Ze keken hoopvol naar mij, de enige andere
Westerling, maar bleven middenin de hal staan staren naar dat grote bord en dan
weer naar hun treinkaartje. Toen mijn trein ging boarden, wandelde ik ze voorbij, keek op hun kaartje en zei ze dat
dit hun trein is. Blij huppelden ze achter mij aan in hun bandplooibroeken en
witte gympen. Ik had een goeie daad verricht.
In de trein
aangekomen was het er vol. Talloze mensen stonden in de hal en in de gang. Het
bleek dat velen geen zitplaats hadden en iedereen hoopte op die ene lege stoel.
Die van mij was zowaar niet bezet. In de coupe ruikt het naar ongekoelde
aardbeienyoghurt. Nee, bosvruchten. Een man naast me at iets kruimelends uit
een smoezelig zakje. De helft belandde in zijn schoot of op de grond. Gelukkig kwam er af en toe een medewerker met
een grauwe, zompige zwabber langs om alles door de hele trein heen te trekken. Lekker
fris! We gingen met gezwinde spoed richting Hangzhou en door naar Shanghai. De
mensen die stonden, bleven speuren naar lege stoelen. Naast me zat een
inmiddels een vrouw met wel hele rare tenen en daardoor kwam er een half uur
lang zeer weinig van lezen. Een meisje op onmogelijk hoge hakken loopt als een
geconstipeerde ooievaar om de 20 minuten naar de WC en viel daarbij, zodra de
trein een kleine beweging maakte, continu in allerlei mensen hun schoot terwijl
ze dan iets verontschuldigends kirde. Ik moest op een gegeven moment ook eens plassen
maar wist ook dat er dan iemand op mijn plaats zou zitten als ik terug kwam.
Een man met een enorme comb-over weet dat ik moet plassen en kwam dreigend
naderbij. Ik maakte aanstalte om op te staan, wat een golfbeweging veroorzaakte
bij de diverse staanders. Ik ging weer zitten en iedereen droop af. Ik herhaalde
dat nog eens vier keer en toen ik bij de vijfde keer echt ging plassen, reageerdet
niemand. Bij terugkomst zat er niemand op mijn stoel.
Achter mij zat
een man die om de vijf minuten tegen mijn stoel schopte. Hard. Ik vind dat
nogal hinderlijk en een paar keer boos naar achteren kijken hielp niet. Na
ongeveer een dik half uur tolerant te hebben zitten wezen, draaide ik me om,
greep hem hard bij zijn enkel en trok zijn voet van mijn stoel. Ik kneep heel
hard en hij gaf een klein gilletje van schrik. De rest van de reis hield hij
zijn voeten op de grond. Zo kan het ook. Dit soort dingen lossen we samen op.
Na vier uur
ben ik eindelijk in Suzhou. De leverancier wacht me op en heeft een broodje kip
meegenomen en dat is heel lief want ik had onwijze trek. Het regent nog steeds
hard en we snellen naar de auto. Daar vertelt ze dat de fabriek niet echt 15
minuten van het station is. Het is eerder een uur.
En om 16:30
gaat mijn trein naar Shanghai. Het is nu 13:30. Dat geeft me een uur in de
fabriek. Op zich genoeg, maar het had van mij niet zo krap gehoeven. De
chauffeur rijdt als een gek en ik rollebol door de auto heen. Na een uur kom ik
bij een keurige fabriek. Ik ben zeer blij dat ik het gezien heb en kan met
gerust hart productie onderbrengen hier. Maar ik moet gaan. Mijn vlucht gaat om
18:30 en het wordt een race tegen de klok. De chauffeur die me terugrijdt naar
het station heeft geen haast en slingert al rustig bellend terug naar Suzhou.
Het was 15:35 toen we gingen en ondanks dat deze chauffeur een slak is, kom ik
om 16:15 aan. Wonderlijk. De trein gaat iets te laat, maar wel rechtstreeks en
ik ben om 17:05 op Shanghai Centraal. En de naam zegt het al: dit station is
heel groot. Een mensenmassa stroomt door de gangen en over de trappen en zoals
het ware Chinezen betaamt, staat er altijd wel iemand middenin in de stoom stil
om heel hard te bellen terwijl talloze mensen over diens koffer heen
storten. Mijn opdracht is om binnen 45
minuten op Pudong Airport te komen. Daarvoor moet ik eerst metro lijn 1 nemen
voor een drietal haltes en dan overstappen op lijn 2 voor nog eens acht stops. Dan
moet ik de Maglev magneettrein vinden en die brengt me naar Pudong. Meest
gunstige reistijd: 45 minuten en niet meegerekend dat ik van lijn 1, naar lijn
2 tien minuten moet zigzaggen door een enorm station. Het is ook nog eens avondspits,
dus zeer druk en diverse mensen vallen over diverse mensen hun bagage terwijl
deze mensen aan het bellen zijn of plots omdraaien.
Alles verloopt
echter voorspoedig (op een weigerend metropoortje waar ik volleerd overheen
spring en mijn tas die vast blijft liggen in de scan bij de Maglev na) en ik
kom om 17:55 aan op de airport. Alleen dan moet ik nog helemaal naar de
incheckbalie rennen. Drie lange gangen en twee roltrappen later arriveer ik in
de vetrekhal bij counter N. Dragonair is natuurlijk bij D, dus kan ik de hele
hal door rennen (puffend strompelen inmiddels) en kom ik om 18:05 bij de balie.
Ik wandel alles en iedereen voorbij en zeg: “Inchecken! Hijg! Boarding Pass!
Hijg!” De stewardess zegt: “Kan niet, vlucht is closed.” “Kan wel, ik heb geen
bagage in te checken en ben al online ingecheckt. Ik moet alleen mijn
boardingpass hebben.” Gelukkig heb ik een frequent flyer kaart waarmee ik
driftig zwaai en de stewardess duikt achter een terminal en binnen twee minuten
heb ik een boarding pass. Mijn vlucht is inmiddels al 5 minuten aan het
boarden. Volgende hindernis: immigratie.
Zoals altijd
in Shanghai, ziet het er zwart van de mensen. Maar ik weet dat ze een VIP doorgang
hebben en daar snel ik heen. Ik roep iets onsamenhangends en mag doorlopen.
Binnen 30 seconden sta ik bij de security check. Ook daar is een VIP gedeelte.
Hevig zwetend en hijgend sta ik daar ontzettend
verdacht te zijn. Een Indiƫr voor me is verdwaasd voor een vierde keer door het
poortje heen aan het lopen. Iedere keer laat hij weer een stuk metaal achter.
Horloge, geld, telefoon. En iedere keer weer verrast. Ik gil iets. Hij is
klaar. Ik smijt mijn tas door de scan heen en vlieg door het poortje. Ik piep
niet, de bewaking ook niet en ik kan op weg naar mijn gate. Om 18:10 kom ik
daar aan en zie dat we ietwat vertraagd zijn. Ik vermoed dan nog niet dat die
vertraging wel 3,5 uur ging worden en dat mijn recordtijd door een Chinese
airport heen rennen, tevergeefs was.